RK Aloysiusschool Sint Nicolaasga

RK Aloysius School in Sint Nicolaasga

Geplaatst op Geupdate op

Voor mijn klasgenoten van toen (1963-1964)

We waren tien jaar toen ik nog deel uitmaakte van de jaarklas van het Sint Aloysius school in Sint Nicolaasga. Voor de klas stond meester Steens. Een rokende meester die zijn sigaretten liet halen door een van ons. Hij rookte Lucky Star en stak de ene met de andere aan. Ondenkbaar in deze tijd waarin de gruwelijkste afbeeldingen op de sigarettenpakjes worden geprint met de tekst Roken brengt u en anderen rondom u schade toe! Wisten wij veel! Sigaretten halen voor de meester, wie wilde dat niet. De winkel waar je de rookwaar kon halen, was bij de Spar, tegenover de school. Even een frisse neus halen, even niet in de klas zitten.

De vierde klas. We kwamen uit de derde, hoe kan het anders. Daar gaf meester Tiel Groenestege les. Maar dat kan ik mis hebben. Het was het schooljaar 1962-1963. Meester deed dat jaar mee aan de Elfstedentocht. De meest barre Elfstedentocht aller tijden. Er is zelfs een film over gemaakt. Maar dat wisten wij toen nog niet. Maar onze meester had hem geprobeerd uit te schaatsen. Hij kon er gelukkig over vertellen en ons meenemen in zijn belevenis. Reinier Paping heeft die tocht der tochten van 1993 gewonnen. Wat de meester ook zo bijzonder maakte was dat hij gitaar speelde. Gitaar! En dat tijdens de opkomst van The Beatles. Mijn moeder had zelfs een Beatlesvest voor mij gemaakt. Een kraagloos jasje waar ik mij helemaal top in voelde.

Maar wij zaten het jaar daarop bij meester Steens. Een corpulente man die weinig ambitieus zijn werk deed. Geen ambities zoals meester Van der Meer bijvoorbeeld. Die scoorde naast zijn baan als leraar aan de muziekschool, oprichter van het Amazone koor, dirigent van het kinderkoor en ga zo nog maar even door. Of meester Kamsma. Daar heb ik zelfs nog les van gehad op de Detailhandelschool in Sneek. Daar gaf hij Recht- en Wetkennis. Nee, dan meester Steens, die had een brailleboek gemaakt voor een blinde meneer. Meneer Hackenbrock of zoiets. Een uit Nederlands-Indië afkomstige meneer. En ik weet niet wat meester Steens daar mee had, hij leerde ons wel liedjes die hun oorsprong hadden in Nederlands-Indië en Zuid-Afrika. Sarie Marijs bijvoorbeeld. We zongen uit volle borst mee terwijl meester Steens op een soort fluitpiano meespeelde. Het zal een Hammond Melodion geweest zijn. Misschien als je de tekst leest, de melodie weer naar boven komt.

My Sarie Marais is so ver van my hart,
Maar’k hoop om haar weer te sien.
Sy het in die wyk van die Mooirivier gewoon,
Nog voor die oorlog het begin.

O bring my t’rug na die ou Transvaal
Daar waar my Sarie woon.
Daar onder in die mielies
By die groen doringboom,
Daar woon my Sarie Marais.

We werden ongewild, geïndoctrineerd met een stukje Nederlands koloniaal bewind waar we nu geen kaas meer van lusten. Oh, dat weet ik ook nog, meester Steens liep helemaal van stapel bij het vertellen over Schiedam, de stad waar hij was opgegroeid. Ik heb me altijd afgevraagd: ‘Wat in hemelsnaam heeft hem doen besluiten om naar Friesland te verhuizen en daar te gaan werken.’ Het was ongetwijfeld de liefde. Zijn saaiheid straalde af op zijn kinderen. Ik weet nog dat Caspar, onze klasgenoot van die tijd, aanzichtkaarten spaarde van kerken. Daar is hij trouwens nog relatief beroemd mee geworden. Hij kon er prachtig over vertellen.

Eerste communie (7 jaar)

Ik heb twee jaar van meester Steens mogen genieten. Ook in het tweede jaar deed ik mijn stinkende best eens sigaretten voor hem te mogen halen. In die tijd kon ik al enthousiast verhalen vertellen. En er was genoeg te vertellen. Want ik had geen saai leven. Nota bene geboren en getogen in het dorpscafé waar altijd wat te beleven viel. Ik kan me nog herinneren dat de Katholieke Plattelands Jongeren een pater hadden uitgenodigd om stereofonie te komen demonstreren en er over te vertellen. De treinen reden van links naar rechts over de vergaderzaal. Wow! Je hoorde aan de ene kant van de zaal een bord vallen en aan de andere kant iemand ‘hé kijk uit’ roepen. Dat was een goed verhaal. En zo waren er nog velen. De reactie van meester Steens was steevast ‘fijn’. Man oh man, wat ben ik daarop afgeknapt. Je snapt wel dat een tweede jaar bij deze meester een lang en saai jaar is geworden. Zeg maar rampzalig. Fijn!

Zoals ik al vertelde ben ik opgegroeid in het dorpscafé Het Wapen van Friesland waar onder andere ook bruiloften en partijen werden gehouden. Als kind stond ik dan al snel in de weg en om verder niemand voor de voeten te lopen, zocht ik mijn heil op zolder. Daar was het zogenaamde rookluik van de bruiloftszaal. Met mijn hoofd tegen de zoldervloer gedrukt, kon ik nog net een blik werpen op het podium waar de bruiloft sketches werden voorgedragen. Vaak kwam het niveau niet hoger dan het afdraaien van het ‘abc’ of de zogenaamde ‘snitzelbank’. Dit laatste is een zogenaamd ‘stapellied’ waarbij bijzonderheden uit het leven van het bruidspaar als het ware wordt gestapeld, steeds gevolgd door een smeuïg refrein. Niks bijzonders dus.

Tot Johan Veltman zijn intrede deed als conferencier. Een opkomend begrip dat vorm werd gegeven door onder andere Toon Hermans. Dan sloop ik naar de zolder en drukte ik mijn oor bijna door de zoldervloer om maar niks te hoeven missen van deze virtuoos. Hij nam stoïcijns plaats op een barkruk, recht tegenover de spiegel waaronder het bruidspaar zat en stak dan van wal in een ‘het-kon-mij-niet-lang-genoeg-durend’ oeverloos gekabbel. Zijn optredens konden het best worden vergeleken met de sinterklaasconference van Toon Hermans. Evenals Toon kon ook Johan heel goed kijken, luisteren en voelen wat er zoal in de wereld om ons heen gebeurt. Zijn trouwconferences gingen nergens over, hij schopte er niemand mee tegen het zere been en iedereen lag dubbel omdat het zo verschrikkelijk herkenbaar was. Ik nam een besluit: als ik later groot zou zijn, wilde ik ook trouwconferencier worden.

Ik ben nu ruim tien jaar trouwambtenaar en voel ik mij erg op mijn plek in een trouwzaal. Mensen verbinden in de breedste zin van het woord is iets wat ik het liefste doe. Met mijn positieve energie en enthousiasme weet ik het bruidspaar en de luisteraars altijd te boeien.

Mijn enthousiasme en vertelkunst zijn dus niet om zeep geholpen door meester Steens of het doubleren van de vierde klas. Ik denk eerder dat het een aanmoediging was om mijn eigen weg te vinden in het leven en mijn talenten te ontdekken, te benutten.

Eens een dromer en een enthousiast verteller, altijd een dromer en enthousiast verteller. Ik weet niet hoe jullie mij hebben ervaren, maar dit zijn wel zo’n beetje mijn pijlers in het leven. Mijn wandeling door het leven geef ik vorm op mijn blogs. Mijn belevenissen als trouwambtenaar geef ik vorm op de website www.leonardbouwhuis.nl. Daarnaast boeit de vraag wat de zin van het leven is mij mateloos. Mijn zoektocht heeft mijn tomeloze energie onverminderd positief gehouden. Mijn overdenkingen, gedichten en korte verhalen publiceer ik op mijn website www.zinvinder.nl.

Dit jaar heb ik zoals velen van jullie, ook ik de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Dan ga ik tevens met pensioen. Ik kan terugkijken op een weelderige carrière. Van etaleur, naar grafisch ontwerper, docent etaleren, re-integratie consulent, voorlichter afvalinzameling, zelfstandig ondernemer, levensloop- en loopbaancoach, freelance docent aan diverse hogescholen waarvan het grootste deel bij de Hanzehogeschool in Groningen naar trouwambtenaar.  Ik vat mijn bezigheden samen als: boent, faciliteert, motiveert, steunt, trouwt, schrijft of doet andere dingen. Als trouwambtenaar trouw ik bruidsparen door het hele land. En dat blijf ik voorlopig nog wel even doen. Verder hoop ik vooral te genieten van het leven zoals het mij is gegeven. Samen met mijn vrouw, kinderen en sinds kort kleinkind.

Het valt niet mee om in coronatijd elkaar weer te kunnen ontmoeten, laat staan de hand te schudden. Maar ik zou het wel leuk vinden.